Wat is beelddenken?

Beelddenken is denken in beelden en gebeurtenissen, niet in woorden en begrippen. Een beelddenker ziet in één oogopslag het geheel. Alle informatie komt gelijktijdig binnen.

Beelddenken is ruimtelijk denken. Daardoor overziet een beelddenker snel het geheel en kan hij vlot een oplossing bedenken. Het onder woorden brengen van die oplossing is alleen lastig.

Beelddenken en school

Kinderen die beelddenken, kunnen problemen krijgen op school op het gebied van: taal, rekenen, tekstbegrip, concentratie en werktempo. Ze krijgen op een andere manier de informatie binnen en verwerken dat ook anders dan niet-beelddenkers.

Daar staat tegenover dat beelddenkers inventief zijn: door hun manier van denken kunnen ze dingen snel doorzien en oplossen.

Beelddenkers gebruiken alle zintuigen.

Beelddenkers gebruiken alle zintuigen

Ons onderwijssysteem is verbaal en op volgorde ingesteld. Beelddenkers verwerken de informatie met al hun zintuigen tegelijk: horen, zien, doen, ruiken en voelen. Alleen op deze manier zijn ze in staat een beeld te vormen bij de aangeboden stof. Dit moeten ze dan nog verwerken en onthouden. Dat kost veel tijd.

Het visuele leersysteem

De manier van lesgeven op de basisschool is vaak gericht op een verbale manier van informatie verwerken: de leerkracht vertelt en het kind luistert. Beelddenkers willen liever zien en doen. Daar ligt dus ruimte voor de leerkracht om het beste te halen uit de beelddenkers in de klas! Met een computer of een tablet bijvoorbeeld, kan een beelddenker aan de slag met leermateriaal dat past bij zijn leerstijl.

Een paar algemene kenmerken van jonge beelddenkers

  • Maken een trage, soms afwezige indruk
  • Maken liever gebaren, wijzen, doen voor of tekenen liever, dan het gebruiken van woorden
  • Zijn creatief in het bedenken van oplossingen
  • Hebben moeite om teveel instructies tegelijk op te volgen
  • Zijn snel afgeleid en ongeconcentreerd
  • Zijn goed in organiseren en de leiding nemen bij spelletjes
  • Zijn snel in het vinden van oplossingen
  • Hebben wisselende schoolprestaties

Bron: www.ikleerinbeelden.nl

Ik leer anders

Tips

Wat onthoud jij beter?
Een stuk tekst of een plaatje/filmpje?

Iedereen gebruikt hetzelfde informatieproces:

  1. opnemen
  2. verwerken
  3. opslaan/onthouden
  4. gebruiken

Per persoon verschilt de voorkeur van het opnemen, verwerken en onthouden van de informatie (informatiesysteem):

  1. horen (auditief)
  2. voelen (kinetisch)
  3. denken (auditief digitaal)
  4. zien (visueel = beelddenken)

Denk aan het woord stoel. Wat zie je?

Beelddenken

Zie je de letters S-T-O-E-L (auditief digitaal)
of zie je een plaatje van een stoel? (visueel).

Zie je een plaatje? Dan kan de basistraining Ik leer anders wellicht uitkomst bieden. De basistraining leert je om informatie te vertalen naar jouw informatiesysteem: visueel.

Basisinformatie leren via beelddenken:

  1. informatie op juiste wijze ordenen (beter onthouden)
  2. alfabet en woorden (dictee)
  3. cijferveld, rekenen en tafels
  4. klokkijken (ook digitaal)

Tips voor vakken als topografie, werkstukken, spreekbeurten, boekbespreking, en wereldoriënterende vakken.

Ik leer anders

Tips

Wat onthoud jij beter?
Een stuk tekst of een plaatje/filmpje?

Wat is beelddenken?

Beelddenken is denken in beelden en gebeurtenissen, niet in woorden en begrippen. Een beelddenker ziet in één oogopslag het geheel. Alle informatie komt gelijktijdig binnen.

Beelddenken is ruimtelijk denken. Daardoor overziet een beelddenker snel het geheel en kan hij vlot een oplossing bedenken. Het onder woorden brengen van die oplossing is alleen lastig.

Beelddenken en school

Kinderen die beelddenken, kunnen problemen krijgen op school op het gebied van: taal, rekenen, tekstbegrip, concentratie en werktempo. Ze krijgen op een andere manier de informatie binnen en verwerken dat ook anders dan niet-beelddenkers.

Daar staat tegenover dat beelddenkers inventief zijn: door hun manier van denken kunnen ze dingen snel doorzien en oplossen.

Beelddenkers gebruiken alle zintuigen.

Beelddenkers gebruiken alle zintuigen

Ons onderwijssysteem is verbaal en op volgorde ingesteld. Beelddenkers verwerken de informatie met al hun zintuigen tegelijk: horen, zien, doen, ruiken en voelen. Alleen op deze manier zijn ze in staat een beeld te vormen bij de aangeboden stof. Dit moeten ze dan nog verwerken en onthouden. Dat kost veel tijd.

Het visuele leersysteem

De manier van lesgeven op de basisschool is vaak gericht op een verbale manier van informatie verwerken: de leerkracht vertelt en het kind luistert. Beelddenkers willen liever zien en doen. Daar ligt dus ruimte voor de leerkracht om het beste te halen uit de beelddenkers in de klas! Met een computer of een tablet bijvoorbeeld, kan een beelddenker aan de slag met leermateriaal dat past bij zijn leerstijl.

Een paar algemene kenmerken van jonge beelddenkers

  • Maken een trage, soms afwezige indruk
  • Maken liever gebaren, wijzen, doen voor of tekenen liever, dan het gebruiken van woorden
  • Zijn creatief in het bedenken van oplossingen
  • Hebben moeite om teveel instructies tegelijk op te volgen
  • Zijn snel afgeleid en ongeconcentreerd
  • Zijn goed in organiseren en de leiding nemen bij spelletjes
  • Zijn snel in het vinden van oplossingen
  • Hebben wisselende schoolprestaties

Bron: www.ikleerinbeelden.nl

Iedereen gebruikt hetzelfde informatieproces:

  1. opnemen
  2. verwerken
  3. opslaan/onthouden
  4. gebruiken

Per persoon verschilt de voorkeur van het opnemen, verwerken en onthouden van de informatie (informatiesysteem):

  1. horen (auditief)
  2. voelen (kinetisch)
  3. denken (auditief digitaal)
  4. zien (visueel = beelddenken)

Denk aan het woord stoel. Wat zie je?

Beelddenken

Zie je de letters S-T-O-E-L (auditief digitaal)
of zie je een plaatje van een stoel? (visueel).

Zie je een plaatje? Dan kan de basistraining Ik leer anders wellicht uitkomst bieden. De basistraining leert je om informatie te vertalen naar jouw informatiesysteem: visueel.

Basisinformatie leren via beelddenken:

  1. informatie op juiste wijze ordenen (beter onthouden)
  2. alfabet en woorden (dictee)
  3. cijferveld, rekenen en tafels
  4. klokkijken (ook digitaal)

Tips voor vakken als topografie, werkstukken, spreekbeurten, boekbespreking, en wereldoriënterende vakken.